Artikel 29, leden 1 en 2, van de wijziging van 1945 (volledige uitleg)

Artikel 29 lid 1 en 2

Artikel 29 lid 1 luidt: "De staat is gebaseerd op één Godheid". Artikel 29 lid 2 luidt: “De staat staat garant voor onafhankelijkheid … (Lees volledig in dit artikel).

Laten we voordat we verder gaan bespreken eerst de grondwet of basiswetten leren kennen.

1945 Grondwet

De grondwet van 1945 is de basis van de grondwet van het land en een van de fundamenten van de geschreven wetgeving in de eenheidsstaat van de Republiek van de wereld van vandaag.

Alle beleidslijnen en voorschriften zullen worden onderworpen aan de Grondwet van 1945, omdat de Grondwet van 1945 alle waarden of artikelen bevat die worden gevonden op basis van de staat, Pancasila.

Voordat de Grondwet van 1945 werd veranderd in de Grondwet van 1945 die we nu gebruiken, heeft zij een proces van wijziging of wijziging ondergaan.

Gebaseerd op de officiële website van het Ministerie van Recht en Mensenrechten (Kemenkumham), is de grondwet tot dusverre vier keer gewijzigd tijdens de bijeenkomsten van de People's Consultative Assembly (MPR) in 1999, 2000, 2001 en 2002.

Artikel 29, leden 1 en 2, van de Grondwet van 1945

Artikel 29 Paragraaf 1 van de grondwet van 1945

Artikel 29 lid 1 luidt als volgt:

"Het land gebaseerd op de Ene Godheid" .

Het artikel legt uit dat elke burger de uitvoering van religie en veiligheid is gegarandeerd bij het uitvoeren van religieuze activiteiten.

Artikel 29, lid 2, van de grondwet van 1945

Artikel 29 lid 2 luidt

"De staat garandeert de vrijheid van elke inwoner om zijn eigen religie te omarmen en om te aanbidden volgens zijn religie en overtuiging."

Dit artikel legt uit dat de staat alle burgers of mensen garandeert dat ze de religie waarin hij gelooft, omarmen.

Artikel 29, hetzij paragraaf 1, hetzij paragraaf 2, heeft de bedoeling dat alle mensen die in de wereld leven het recht hebben om de religie waarin ze geloven te omarmen en de regering zal de uitvoering van dergelijke religieuze activiteiten garanderen.

Lees ook: Fine Art Exhibition: Definition, Types and Purpose [VOL]

Rechten in overeenstemming met artikel 29 van de grondwet van 1945

Hieronder volgen de rechten die burgers ontvangen op basis van artikel 29 van de grondwet van 1945

  • Het recht op vrijheid om religie te omarmen volgens wat hij gelooft, zonder enige dwang van waar dan ook
  • Het recht om in stilte religieuze activiteiten uit te voeren zonder inmenging van buitenaf
  • Het recht op vrijheid om te geloven in een God die de schepper van het universum is

Het belang van religieuze rechten

Vanuit het perspectief van de mensenrechten kan vrijheid van godsdienst of overtuiging worden samengevat in 8 (acht) componenten, namelijk

  1. Interne vrijheid 
  2. Externe vrijheid
  3. Geen dwang 
  4. Niet discriminerend 
  5. Rechten van ouders en verzorgers 
  6. Vrijheid van instelling en juridische status 
  7. Toegestane beperkingen op externe vrijheden 
  8. Niet af te leiden